Toen we in Sucre waren aangekomen was het carnaval begonnen. Overal gooiden mensen waterballonnen. En niet alleen op de locals. Nee, wij waren ook een doelwit. Vanuit ramen, daken, langsrijdende auto’s, van jongvolwassenen of gewoon kinderen op straat, overal en door iedereen kon je te pakken worden genomen. Goed uitkijken en snel lopen dus! Ons hoogtepunt in Sucre waren de 7 cascadas . We dachten dat we 7 watervallen zouden zien en erin konden zwemmen. Maar onze gids was de slechtste gids ooit. Bij de eerste waterval wilde hij al stoppen en vroeg hij of we verder wilden ja of nee. Natuurlijk wilden we dat! Moesten we wel een klein stukje door een waterval klimmen, maar dat is juist leuk toch? Vervolgens kwam hij met een of andere route aan die geen route was. Waarbij we een rots van 10 meter moesten beklimmen zonder een of andere zekering. Op weg naar boven kwam hij er dan ook achter dat de weg zo toch niet verder kon. Dus: weer terug naar beneden. Gelukkig was er een jong stelletje dat wel de weg wist naar de volgende waterval. Met behulp van hen hebben we de volgende waterval beklommen. Uiteindelijk hebben we bij de 3e waterval wat gezwommen en erna een flinke wandeling gemaakt om weer terug te komen bij de auto. Geen 7 watervallen dus, maar toch een lekkere dag gehad in een mooie omgeving.
Van Sucre gingen we naar Potosi. Deze plek staat bekend om de mijnen. Uiteraard hebben wij als echte toeristen ook deelgenomen aan een tour. Met een enorme groep van ongeveer 13 man moesten we eerst onze outfit scoren. Een soort regenpak, laarzen, mondkapje, helm en hoofdlamp. Van daaruit gingen we ‘cadeautjes’ kopen voor de mijnwerkers; cocablaadjes en frisdrank. Onze gids wilde niet dat we dynamiet mee zouden nemen (waarom niet?!?!?!?). Bij de mijnen aangekomen begon onze donkere tour. In de mijn is het donker, vochtig, warm. Je loopt door de plassen, ja… wat is het eigenlijk? We moesten voorzichtig over het spoor lopen, achter elkaar in een lijn. Goed luisteren of er mijnwerkers met karren aankomen. Zo ja, aan de zijkant wachten, voeten goed bij je houden en wachten tot ze weer verder zijn. Als we mijnwerkers tegenkwamen werd er een praatje gemaakt en kregen ze een fles drank en/of de zak cocablaadjes. De mijnwerkers eten niets, gedurende de hele dag dat ze werken. Zij hebben een prop cocablaadjes in hun wang en dat was het. De doorgangen werden steeds nauwer en lager. Soms moesten we bijna kruipend over de grond. We hebben vaak ons hoofd gestoten, maar gelukkig hadden we een helm op. Wat een werk. Heel veel respect voor de mensen die dat werk doen. Sommige jongens beginnen op hun 14e te werken in de mijn als hun ouders er toestemming voor geven.
Na Potosi gingen we naar Uyuni. We kwamen rond 00:00 uur aan dus gingen meteen op zoek naar een hostel. De volgende ochtend checkten we om 08:00 alweer uit, want we hadden een missie. We wilden diezelfde ochtend nog mee met een tour. Na het ontbijt hebben we een tour geboekt en om 11:00 uur begon onze driedaagse tour met de 4×4 jeep. We begonnen met het treinenkerkhof, een verlaten gebied met allemaal oude treinstellen. Daarna gingen we naar de zoutvlakte. Normaal is dit een grote witte vlakte, maar door het regenseizoen lag dit nu onder water. Hierdoor kreeg je een mooie weerspiegeling. En alsnog konden we wat grappige foto’s maken, zonder diepte. We zaten in de groep met 5 anderen en zaten dus vier dagen met elkaar ‘opgescheept’ in de auto. ’s Avonds in ons verblijf genoten we van wat flessen wijn en wat drankspelletjes. De volgende dag was een drukke dag. Van de vallei van de rotsen, naar de berg met 7 kleuren en naar veel verschillende laguna’s. De meren waren allemaal verschillend, in kleur of dieren die er te zien waren. Een drukke, maar mooie dag. ’s Avonds dit keer geen drank in het spel, maar op tijd naar bed. Jeltje is nog met de rest van de groep buiten de sterren gaan bekijken. Ze waren erg helder en dichtbij. De laatste dag begon om 05:00 uur. Eerst naar de geisers om erna even bij te komen in een natuurlijke hotspring. Heerlijk heet water na de koude nacht. Na de hotspring nog even een stop gemaakt bij ‘laguna verde’ (groen meer). Hierna hield de tour op en werden we afgezet bij de grens naar San Pedro de Atacama in Chili.
Daar merkten we meteen het prijsverschil. Bolivia is spotgoedkoop, maar Chili heeft prijzen vergelijkbaar met Nederland. Het was dan ook even zoeken naar een geschikt hostel, een prijsvergelijking was nu wel noodzakelijk! Ook was er een groot verschil in temperatuur. Toen we ’s ochtends vertrokken van Salar de Uyuni was het nog onder het vriespunt, in Chili was het 40 graden. We waren nog met drie andere personen uit de groep en we hebben samen mountainbikes gehuurd om naar Valle de la Luna te fietsen. Dat is een gebied naast het dorp dat wordt vergeleken met het landschap van de maan. We liepen een route door uitgeholde rotsen. Het was een beetje bukken en klauteren en het was af en toe erg donker, maar het was heel leuk om te zien. Toen we daar weg kwamen waren we vrij laat – we wilden namelijk een stukje verderop de zonsondergang bekijken. We kregen een lift zodat we nog nét op tijd kwamen. Voor de terug moesten we weer een nieuwe lift vinden en we konden achter in een jeep springen.
De volgende dag wilden we graag een auto huren, maar vanwege carnaval was alles al verhuurd. We besloten te lopen naar het zwembad, wat best ver was om te lopen met 40 graden. Dus opnieuw hebben we onze charmes in de strijd gegooid om een lift te regelen. Het zwembad was een welkome afkoeling! ’s Avonds heeft een van onze reisgenoten voor ons gekookt. Hij is een chef uit Uruguay die zelf drie restaurants in Frankrijk bezit, dus we hadden het goed voor elkaar! De volgende dag namen we om 13:00 uur de bus naar La Serena, waar we in de ochtend aankwamen.
Het weer viel daar wat tegen, het was vrij bewolkt. Maar ondanks dat zijn we lekker aan het strand gaan liggen en het is ons toch nog gelukt om door de wolken heen te verbranden.
Na La Serena namen we de bus naar Santiago, waar we van het busstation werden gehaald door Jean Pierre, de jongen waar we in Bolivia een tijd mee hebben samen gereisd. We konden bij hem en zijn ouders verblijven. Zijn familie is enorm gastvrij, we werden heel hartelijk ontvangen. JP en zijn vriendin hebben ons meteen het belangrijkste van de stad laten zien, de Pio Jera, waar we een Terremoto hebben gedronken. Dat is ijs en allerlei soorten drank (in ieder geval vernett en iets van wijn) waar je – en dat hebben we gemerkt – heel snel dronken van wordt. Om dat weg te spoelen hebben we een biertje gedronken bij Bellavista. ’s Avonds hebben we weer een nieuw drankspelletje geleerd en zijn we met de vrienden van JP gaan stappen, incl. afterparty.
Vrijdag heeft JP ons het zwembad van zijn ouders (!) laten zien, wat voor publiek nu dicht is, dus wij hadden het voor onszelf. ’s Avonds wilden we weer stappen om onder andere de verjaardag van de Uruguayaanse chef te vieren, maar het water in heel Santiago was afgesloten, waardoor alles gesloten was. Daarom wilden we naar een mirador om daar een biertje te drinken, maar de politie was aan het patrouilleren dus zijn we angstig weer terug naar huis gegaan.
Dat was ook niet verkeerd, want zaterdag vertrokken we met JP en een vriend van hem naar het strand, Vina del Mar. Dit werd een interessant weekend, te beginnen met de surfboards die op de snelweg van de auto af vlogen. We hebben erg geluk gehad, er is niemand mee geraakt. Alleen de surfboards hebben het niet overleefd. In Vina hebben we even op het strand gezeten en ’s avonds hebben we gefeest. Zondag gingen we surfen! Kirsten eindelijk weer na anderhalf jaar en Jeltje voor de allereerste keer. Op het moment dat we met onze wetsuits aan en met de surfboards onder de armen de zee in wilden stappen, begonnen echter mensen te gillen, ouders hun kinderen te zoeken en de lifeguard iedereen het water uit te fluiten. Er bleek een aardbeving (5.5 op de schaal van Richter) te zijn, dus uit voorzorg kon niemand het water in. Een uur later was de kust weer veilig en we gingen op de door de verhuurder aangewezen plek het water in. Lekker oefenen in de branding. Het ging net lekker toen een lifeguard naar Jeltje begon te schreeuwen dat we het water uit moesten. Toen we dat hoorden merkten we dat het niet lukte. We gingen een paar keer over de kop en raakten een beetje in paniek. De stroming was zo sterk en we hadden niet gemerkt dat we af waren gezakt in een ripcurrent (de stroming terug naar de zee). Gelukkig hebben we ook dat avontuur weer overleefd en konden we nog even verder oefenen op een plek iets verder van de ripcurrent, maar we waren wel een beetje bang geworden.
Maandag hebben we Valparaiso bekeken, met de haven en alle nauwe straatjes en muurbeschilderingen. Het was erg warm en daarna wilden we graag nog even afkoelen in de zee. Met golven onvergelijkbaar met die in Nederland.
’s Avonds gingen we weer terug naar Santiago en wilden we een bus boeken naar Mendoza, Argentinië. Door de regen blijkt de weg onbegaanbaar te zijn, dus rijden er ook geen bussen. Daarom gaan we meer afzakken naar het zuiden. Het mag dan zomer zijn, maar dat gaat samen met regenseizoen!
%%wppa%% %%slide=12%%